AC / DC Laadstation specs

De “FEMS App AC-laadstation/ DC-laadstation” maakt de integratie van een AC- of DC-laadstation in het energiebeheer en online monitoring mogelijk.

Zodra de »FEMS App AC-laadpaal/ DC-laadpaal« op uw systeem is geactiveerd, ziet u deze widget in uw monitoring

Figuur 1. Platte widget

De volgende informatie wordt weergegeven in de widget:

• Status: bezig met laden | Auto is vol | Klaar om te laden | Niet klaar om te laden | Kabel niet aangesloten
• Energie sinds het starten van het opladen: in [kWh]
• Modus: Handmatig | Automatisch | Uit
• Maximaal laadvermogen: in [kW]

De actuele laadprestaties zie je – samen met andere consumenten – in de aparte verbruikswidget in online monitoring.

Figuur 2. Verbruikswidget

Als u op de widget klikt, wordt de gedetailleerde weergave van de FEMS-app geopend:

Figuur 3. Detailswidget

Hier heeft u de mogelijkheid om tussen drie bedrijfsmodi te schakelen:

Handmatig

In de handmatige modus vindt het laden plaats op het ingestelde maximale laadvermogen, afhankelijk van het mogelijke laadvermogen van de elektrische auto. Deze modus is zinvol als de auto zo snel mogelijk volledig moet worden opgeladen of met een bepaald vermogen moet worden geladen.

Figuur 4. Handmatige modus

Voorbeeld: In het bovenstaande geval vindt het laden plaats met het ingestelde vermogen van ca. 22 kW, ongeacht de huidige opwekking of de laadstatus van de opslag. Bovendien werd de hoeveelheid energie per laadproces beperkt tot 20 kWh.

Tip

Als de elektrische auto slechts met een vaste hoeveelheid energie (bijvoorbeeld 20 kWh) moet worden opgeladen, raden wij aan de energie te beperken.

Automatisch

In de automatische modus wordt het opladen van de elektrische auto dynamisch aangepast aan de overtollige elektrische energie (bijvoorbeeld PV-overschot). Overschot ontstaat wanneer er een positief verschil is tussen productie en consumptie.

Figuur 5. Automatische modus

Werkingsprincipe:

• Als de overschotstroom minder is dan 6 ampère wordt de auto niet opgeladen
• Als de stroom hoger is dan de maximale stroomsterkte (32 ampère), wordt de auto geladen met 32 ampère
• Daartussenin wordt de auto opgeladen met de berekende stroom. Standaard is de prioriteit voor het opladen van het voertuig hoger dan het opladen van het opslagsysteem, maar kan indien nodig worden gewijzigd.

Opmerking

De berekening is afhankelijk van een 1-3-fase belasting. 6 ampère komt overeen met 1.380 watt bij een enkelfasige belasting, 2.760 watt bij een tweefasige belasting en 4.140 watt bij een driefasige belasting. (6 ampère * 230 volt * gebruikte fasen)

Bovendien kan in de automatische modus een minimaal laadstroom worden geconfigureerd waarmee het voertuig moet worden geladen (zie figuur Minimale belasting garanderen).

Figuur 6. Minimale belastinggarantie

Dit zorgt ervoor dat het voertuig ook ‘s nachts en op dagen zonder overbelasting wordt geladen.

Tip

Wij raden deze instelling aan om ook op bewolkte dagen de belading te garanderen.

Standaard is de prioriteit bij het laden van het voertuig hoger dan bij het laden van het opslagsysteem. Als het opslagsysteem een hogere prioriteit moet krijgen, kan dit met de knop worden gewijzigd.

Als voorbeeld, gebaseerd op de instellingen in Figuur Garantie minimumbelasting voor een auto met een maximale belasting van 11 kW:

• PV-overschot = 4kW (2,5kW minder dan het ingestelde minimum van 6,5kW) 

Hij laadt met 6,5 kW. De resterende 2,5 kW wordt uit het opslagsysteem of het net gehaald.

• PV-overschot = 10kW (meer dan 6,5kW)

Het volledige PV-overschot van 10kW wordt in de elektrische auto geladen. Als de opslag prioriteit zou krijgen, zou er slechts 6,5 kW naar de auto gaan, zolang het opslagsysteem niet vol is.

• PV-overschot = 15 kW (> 11 kW)

Hij laadt met 11 kW. De resterende 4 kW wordt gebruikt om het opslagsysteem op te laden, voor zover deze niet vol is.

Opmerking

In beide modi kan de energie die vrijkomt per laadproces beperkt worden (bijvoorbeeld 20 kWh).

Tip

Het beperken van de hoeveelheid energie per laadproces heeft altijd zin als vooraf bekend is dat dit voldoende zal zijn tot de volgende laadmogelijkheid. Op bewolkte dagen waarbij het minimale laadvermogen gegarandeerd is, wordt bijvoorbeeld overmatig gebruik van netstroom voorkomen of is handmatig beëindigen van het opladen niet nodig.

Uit

In de “Uit”-modus is het laadstation volledig gedeactiveerd.

Figuur 7. Uit

Tip

Wij raden deze instelling aan, b.v. Om het gebruik van een publiek toegankelijke laadpaal te blokkeren.

Er zijn twee functies beschikbaar in de navigatiebalk :

• Vraagteken: het vraagtekenpictogram brengt u naar de technische instructies voor de app
• Auto: Via het autopictogram heeft u toegang tot het autobeheer

Figuur 8. Navigatiebalk

Via het automanagement kunt u aangeven of met name een Renault Zoe bij de laadpaal moet worden opgeladen.

Figuur 9. Autobeheer

Zodra deze instelling actief wordt, kunnen instellingen onder de 10 ampère (6,9 kW) niet langer worden uitgevoerd in de handmatige of automatische modus. Dit komt omdat het opladen van de Renault Zoe onder de 10 ampère slechts met een laag rendement plaatsvindt.

Figuur 10. Autobeheer

Tip

Wij adviseren deze optie te activeren als een Renault Zoe voornamelijk aan het laadstation wordt opgeladen.

Historisch overzicht

Opmerking

Het historische verbruik van het laadstation vindt u in de verbruikswidget.

Figuur 11. Historische weergave

Waarschuwing

De app is niet geschikt voor commercieel of gemeentelijk meer-laadpuntbeheer. Hiervoor bieden wij u ook de app “Multilaadpuntbeheer” aan.

Veel gestelde vragen/problemen